Adellijke portretten

Een geschilderd portret was in adellijke kringen in de zeventiende en achttiende eeuw een vanzelfsprekendheid. Elke edelman of -vrouw werd minstens één keer in zijn leven in verf vereeuwigd.

Die portretten waren vaak eenvoudige afbeeldingen van het gezicht zonder al te veel creativiteit. Zo’n portret laten maken was overigens een kostbare aangelegenheid.

Standaardmodel

Toch werd er niet dagenlang geposeerd. Een schilder verrichtte voorwerk in het atelier en schilderde daar alvast de achtergrond. Soms ook al het lichaam en de kleding. In grote ateliers deden leerlingen het voorwerk en hoefde de meester alleen het gezicht uit te werken. Sommige portretschilders maakten zelfs gebruik van standaardfiguren, zoals de bekende Delftse portretschilder Michiel van Mierevelt (1566-1641). Geportretteerde personen kregen vaak dezelfde houding: mannen een kwartslag gedraaid naar rechts en vrouwen een kwartslag naar links. Vrouwen werden in de zeventiende eeuw altijd links van de man weergegeven omdat zij de ‘sinistere’ (Latijn voor links) kant vertegenwoordigden. Met zo’n standaardmodel hoefde niet steeds een nieuwe pose bedacht te worden. Snelle productie gegarandeerd! In kasteel Hoensbroek vindt u diverse portretten van de bewoners. Hun gezichten werden gelukkig voor het nageslacht vastgelegd. Het zijn formele portretten waarbij de gelijkenis minder belangrijk is dan de uitdossing en het vertonen van hun gezag. Mannen staan vaak rechtop en vrouwen zitten meestal op een elegante stoel. Edellieden als de Hoensbroekse familie vond het belangrijk om modieus voor de dag te komen.

Portretkostuum

Net als vandaag de dag was de kledingmode aan trends onderhevig. Om te voorkomen dat een geportretteerde na enige tijd met oubollige kleding was afgebeeld, wordt hij/zij in een portretkostuum geschilderd. Een soort toneelkostuum, waarvan de herkomst zó overduidelijk ouderwets of fantasierijk was. Alle toeschouwers begrepen in één oogopslag dat de zeventiende-eeuwse graaf Adriaan en de achttiende-eeuwse graaf Frans Arnold in het dagelijks leven géén harnas droegen. De militaire noodzaak van een harnas ontbrak volledig na de uitvinding van het buskruit. Het is de gangbare stoere vermomming.  Grafelijke dames worden veelal in een fantasiekostuum weergegeven, meestal als mythologisch figuur.

Juste au corps

Niet alle familieleden zijn afgebeeld in een portretkostuum. Graaf Johan Frans van Hoensbroek werd geportretteerd in een jachtkostuum en broer Philip Damiaan in een vrijetijds-kostuum. De kleding met de naam ‘juste au corps’ (strak om het lichaam) is de gangbare adellijke herenmode eind zeventiende, begin achttiende-eeuw. Het bestaat uit een knielange pofbroek met een lange getailleerde nauwsluitende jas met zéér smal gesneden mouwen en lijf met een lange reeks knopen. Kenmerkend is dat de onderrand van de jas bijna rond is en aan de onderzijde wijd uitstond met een diepe split. Door het zeer strakke karakter van dit type jassen stonden de adellijke heren ook meestal kaarsrecht, ze konden haast niet anders.

Wie bewoonde ooit Kasteel Hoensbroek?

Zeven eeuwen lang was Kasteel Hoensbroek bewoond, op enkele periodes na. De lijn loopt via de Middeleeuwse ridders, graven en rijksheren tot markiezen van Hoensbroek.

Bewonder nog meer van de collectie

De familie Hoen-kamer

Alsof ze nooit zijn weggeweest. Op den groten toren is ingericht met het verhaal van de oorspronkelijke bewoners van het kasteel. De presentatie neemt je mee terug in de tijd, naar 1388. Toen nam de eerste heer van Hoensbroeck zijn intrek in het kasteel.

Lees meer

Torenuurwerk

In 1998 werd een vergeten voorwerp gevonden op de zolders van Kasteel Hoensbroek. Deze bonk roest was medio jaren tachtig aangetroffen in de torenkap van de achttiende-eeuwse toren van het kasteel tijdens restauratiewerkzaamheden.

Lees meer over dit bijzondere uurwerk
Back to top